Chloride

Chloride is een elektrolyt, het is de meest voorkomende extracellulaire anion – een negatief geladen ion, een atoom of molecuul. De hoeveelheid chloride in het lichaam wordt gereguleerd door de nieren; zo kunnen de nieren chloride in het lichaam houden door filtratie en reabsorptie, maar ze kunnen het ook uitscheiden.

Verschillende problemen kunnen ervoor zorgen dat het chloridegehalte in het bloed afneemt. Dit zijn problemen als: diarree, braken, chronische aandoeningen aan de luchtwegen of toediening van diuretica – middelen die ervoor zorgen dat je overtollig vocht kwijt raak, plassmiddelen. Het chloridegehalte kan ook te hoog zijn, dit kan een gevolg zijn van: diarree (ja, inderdaad, weer diarree) of een zoutvergiftiging.

Elektrolyten spelen een belangrijk rol in het lichaam. Ze zijn nodig voor onder andere de werking van het hart en het centrale zenuwstelsel, voor de vochtbalans in het lichaam en voor het transport van zuurstof. Ook dragen elektrolyten bij aan het behoud van een optimale bloed Ph. Het is van belang dat er een chemische balans is voor elektrolyten in het lichaam, ook is er een normaalwaarde voor elke elektrolyt in het lichaam.

Tot slot speelt chloride een rol bij de vertering van voeding. Chloride is noodzakelijk voor de vorming van zoutzuur in de maag. Zoutzuur is nodig voor de activering van bepaalde verteringsenzymen en voor het op gang brengen van de spijsvertering in de maag.

Verschillende orgaansystemen zijn afhankelijk van de fysiologische regulering van de vochtstatus, de elektrolytenconcentraties en het zuur-base-evenwicht. Dit zijn orgaansystemen als de hypothalamus, de nieren en diverse delen van het cardiovasculaire systeem.

Sterke stoornissen in de elektrolytenconcentraties kunnen vervelende gevolgen hebben. Hierbij kun je denken aan negatieve gevolgen voor de zuur-basebalans, spiersamentrekkingen en voor de functie van enzymen.