IJzer

Om de hoeveelheid ijzer in het lichaam in evenwicht te houden, past het lichaam de ijzerabsorptie aan; het lichaam heeft namelijk een beperkte capaciteit om ijzer uit te scheiden.

Het ijzer dat aanwezig is in voeding kan voorkomen als heemijzer, wat aanwezig is in hemoglobine en myoglobine, en als non-heemijzer, deze vorm van ijzer is aanwezig in plantaardige materiaal.

De opname van heemijzer is niet sterk afhankelijk van de ijzerstatus of andere nutriënten uit de voeding; er zijn echter uitzonderingen te benoemen bij de heemijzer absorptie, zo verhoogt vlees de heemijzer absorptie terwijl calcium zowel de heemijzer als non-heemijzer absorptie juist remt.

De non-heemijzer absorptie wordt juist wel sterk beïnvloed door bepaalde nutriënten in de voeding. Zo spelen de hoeveelheden fytaat, taninen, een teveel aan calcium, fosfor, mangaan, zink, koper en ascorbinezuur een rol bij de non-heemijzer absorptie. Daarnaast speelt ook de ijzerstatus een rol bij de opname van deze vorm van ijzer.

Uit bovenstaande informatie kun je opmaken dat de hoeveelheid ijzer die een hond of kat op kan nemen uit de voeding afhankelijk is van de ijzerstatus van het lichaam, de hoeveelheid heemijzer en non-heemijzer in de voeding en van de beschikbaarheid van voedingsijzer (hierbij spelen de andere voedingsstoffen in de voeding een belangrijke rol).

 

Het transport van ijzer vindt plaats via plasma en de opname ervan vindt plaats in het beenmerg. In het beenmerg wordt ijzer vervolgens gebruikt voor de synthese van hemoglobine – een eiwit dat nodig is voor het transport van zuurstof en koolstofdioxide.

De hoeveelheden ijzer die aanwezig zijn in de urine zijn verwaarloosbaar. De hoeveelheden die aanwezig zijn in de feces zijn voornamelijk de niet-geabsorbeerde vormen van ijzer. Andere manieren waarop ijzer verloren gaat is via zweet, de nagels en de vacht.

 

IJzer is een essentieel nutriënt voor honden en katten omdat het aanwezig is in verschillende enzymen en andere eiwitten die verantwoordelijk zijn voor de activering van zuurstof (oxidase en oxygenase), voor het transport van elektronen en voor het transport van zuurstof (hemoglobine en myoglobine).

IJzer is te vinden in alle cellen van het lichaam. Het grootste deel van ijzer is echter aanwezig als bestanddeel van de eiwitmoleculen hemoglobine en myoglobine; respectievelijk >65% en circa 4%. Hemoglobine is aanwezig in de rode bloedcellen en is verantwoordelijk voor het transport van  zuurstof. Myoglobine zorgt voor de binding van zuurstof waardoor het direct te gebruiken is door de spiercellen. Ook is ijzer een cofactor voor diverse enzymen; zonder ijzer kunnen deze enzymen hun functie niet uitvoeren.

 

Gezonde dieren krijgen ijzer enkel binnen via de voeding die zij krijgen. De opname van het ijzer uit de voeding, ongeacht of dit heemijzer of non-heemijzer is, vindt plaats in de twaalfvingerige darm.

De instandhouding van de ijzerwaarden in het lichaam wordt streng gereguleerd door de absorptie van ijzer in de darmen, de hoeveelheid ijzer die nodig is voor de erytropoëse – bloedvorming –, de recycling van ijzer oud verouderde lichaamscellen en de opslag van ijzer door hepatocyten – levercellen – en macrofagen -  witte bloedlichamen, een afweercel van het lichaam.