Wondverzorging bij honden en katten
Wanneer jouw hond of kat een wond heeft, betekent dit een verbreking van de samenhang van weefsel. De meesten wondjes hoeven niet behandeld te worden door een dierenarts. Dit zijn oppervlakkige wonden. Deze kunt u zelf behandelen, een stappenplan kan je terugvinden in ons artikel: verband aanleggen bij honden. Indien de wond open en diep is, zal je een dierenarts moeten raadplegen.
Oppervlakkige wondjes behandelen
Wanneer je hond of kat een klein ondiep wondje of schaafwondje heef is het reinigen van de wond voldoende. Dit kan twee keer per dag met een ontsmettende en huidverzorgende oplossing, zalf of spray.
Open wonden behandelen
Als je hond een grotere of diepere wond heeft moet je contact opnemen met de dierenarts. Raak de wond niet aan totdat je zeker weet of het wel of niet gehecht moet worden. Met een steriel verbandgaasje kan je de wond bedekken en naar de dierenarts gaan. Mocht het nodig zijn dan kan er ook een verband aangelegd worden. Wanneer de wond veel bloedt, leg je er, met een katoenen windsel, drukverband op. Er zijn twee soorten bloedingen. Een aderlijke bloeding is te herkennen aan gelijkmatig stromend donkerrood bloed g (dit is niet levensbedreigend). Bij stootsgewijs helderrood bloed is er een slagader geraakt, hierbij moet je meteen handelen. Het is belangrijk dat je een knevel maakt boven de wond met bijvoorbeeld een stropdas. Knevels kunnen maar een beperkte tijd blijven zitten. Na ongeveer 10 minuten moet je de knevel iets losser draaien zodat er weer bloed doorheen kan stromen, zodat er niets kan afsterven.
Na de behandeling bij de dierenarts kan er beschermend verband worden aangebracht die elke drie dagen vernieuwd moet worden. Indien een oude wond (6 tot 8 uur), of weefsel is verloren gegaan of geïnfecteerd, dan kan de wond niet direct gesloten worden.
Je hond of kat mag de wond niet ‘schoon’ likken, dit zorgt vaak voor verdere beschadiging. Een kraag of verband kan dit voorkomen.